201809.26
0

Verworven rechten

Werknemers krijgen vaak spullen van hun werkgever in gebruik. Denk aan een auto van de zaak, een mobiele telefoon(abonnement) of een laptop. Soms zijn daar voorwaarden aan verbonden. De werknemer moet in actieve dienst zijn, dus niet ziek of geschorst. Of het is gekoppeld aan bepaalde werkzaamheden. Vervolgens is het de vraag of de werkgever die zaken weer mag innemen. Het kan zo zijn dat de werknemer ook echt recht heeft gekregen op het gebruik van de zaken.

Secundaire arbeidsvoorwaarden
Het kan zijn dat het gebruik van bijvoorbeeld telefoon en laptop als zodanig zijn overeengekomen in de arbeidsovereenkomst. Er is dan sprake van secundaire arbeidsvoorwaarden en de werkgever kan daar niet zomaar op terugkomen. Het gebruik van de telefoon en laptop zijn als het ware onderdeel geworden van de beloning van de werknemer. Wat partijen onderling zijn overeengekomen strekt hen tot wet.

Stilzwijgend
Het kan echter zo zijn dat het niet expliciet is overeengekomen. De werkgever geeft de spullen gewoon in bruikleen, zonder dat daarover nadere afspraken zijn gemaakt. Daarover zijn helaas geen harde regels. De Hoge Raad heeft in algemene termen op een rij gezet wat de rechter in zijn overwegingen moet betrekken:

  1. de inhoud van de gedragslijn;
  2. de aard van de arbeidsovereenkomst en de positie die de werkgever en de werknemer jegens elkaar innemen;
  3. de lengte van de periode gedurende welke de werkgever de desbetreffende gedragslijn heeft gevolgd;
  4. hetgeen de werkgever en de werknemer in verband met deze gedragslijn jegens elkaar hebben verklaard of juist niet hebben verklaard;
  5. de aard van de voor- en nadelen die voor de werkgever en de werknemer uit de gedragslijn voortvloeien, en
  6. de aard en omvang van de kring van werknemers jegens wie de gedragslijn is gevolgd.

Bestendig gebruik
In de lagere rechtspraak blijkt dat de rechters vooral kijken naar wat er precies ter beschikking is gesteld, hoe lang dat al zo is en met welk doel. Als de werknemer bijvoorbeeld geruime tijd een auto tot zijn beschikking heeft gehad en de auto mag ook voor privĂ©doeleinden worden gebruikt, dan gaat de rechter er eerder van uit dat sprake is van de auto als secundaire arbeidsvoorwaarde: een verworven recht. Een voorbeeld hiervan is een uitspraak van de kantonrechter in Utrecht. De werkgever eiste de auto terug omdat de werknemer ziek was. In de toepasselijke CAO stond dat de werknemer het voertuig terug moest geven ‘als hij het voor de dienst niet meer nodig had of als de werkgever daarom vroeg’. Toch oordeelde de kantonrechter dat sprake was van bestendig gebruik en de werkgever geen duidelijke afspraken had gemaakt over het gebruik van de auto. Daarom was onder meer het gebruik van de auto een verworven recht geworden.

Eenzijdige wijziging
Hieruit volgt dat het niet eenvoudig is om zaken bij een werknemer terug te halen als daar niet hele duidelijke en expliciete afspraken over gemaakt zijn. ‘Dat het nergens staat dat de werknemer er recht op heeft’ is eerder iets dat in het voordeel werkt van de werknemer dan in zijn nadeel. Dat geeft te denken over tal van andere voorwaarden: als sprake is van bestendig gebruik kan de werkgever dat niet zomaar veranderen.