201601.12
0

Wkkgz verplicht VOG bij Wlz

Instellingen die zorg leveren op basis van de Wet langdurige zorg (Wlz) zijn verlicht om een Verklaring Omtrent het gedrag (VOG) in hun bezit te hebben van nieuw personeel. Deze verplichting vloeit per 1 januari 2016 voort uit de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz).

Wkkgz

De verplichting van een VOG vloeit voort uit artikel 4 van de Wkkgz. In lid 1 staat dat de werkgever zich vergewist dat de wijze waarop zorgverleners die zorg verlenen aan zijn cliënten, in het verleden hebben gefunctioneerd, niet in de weg staat aan het inzetten van de zorgverleners bij het verlenen van zorg. In lid 2 staat dat er bepaalde functies zijn waarbij de werknemers moeten beschikken over een VOG. Uit het Uitvoeringsbesluit Wkkgz, artikel 3.1 lid 1 volgt dat het hier gaat om de zorgaanbieder die een instelling is die Wlz-zorg verleent. Op het niet-naleven van deze bepalingen staan stevige sancties. Zo kan een bestuurlijke boete worden opgelegd van EUR 33.500, maar is het tevens een overtreding die bestraft kan worden met een jaar hechtenis of en boete van de derde categorie (EUR 8.200).

Opschortende voorwaarde

Dat betekent dat mensen ook echt niet kunnen beginnen met werken als je die VOG niet hebt, dus dat moet hard worden ingeregeld. Dit kan enerzijds door een opschortende voorwaarde in de arbeidsovereenkomst, waardoor de overeenkomst niet eerder in werking treedt dan dat de VOG is verstrekt. Maar het blijft dan toch zaak om daar ook echt op toe te zien, want de Wkkgz maakt het niet uit of iemand werkzaam is op basis van een arbeidsovereenkomst die nog niet in werking is getreden. Die wet is geschreven vanuit het oogpunt van de bescherming van de cliënt.

Voorbeeldclausule

De werknemer treedt per [datum] (de ‘beoogde indiensttredingsdatum’) in dienst van de werkgever als [functie].

  • De arbeidsovereenkomst wordt aangegaan onder de opschortende voorwaarde dat de werknemer een positieve Verklaring Omtrent het Gedrag van zijn persoon overlegt aan de werkgever die (a) ziet op de functie van de werknemer en (b) niet ouder is dan drie maanden voor de beoogde indiensttredingsdatum (‘VOG’).
  • Indien de werknemer niet uiterlijk binnen twee maanden na de beoogde indiensttredingsdatum de VOG overlegt, komt geen arbeidsovereenkomst tot stand.